Bezwaarschrift stedenbouwkundige vergunning gevangenis Haren

Het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Brussel
Secretariaat van Overlegcommissie Departement Stedenbouw
Anspachlaan 6, 1000 Brussel

 

Betreft: Bezwaar bij het afleveren van een stedenbouwkundige vergunning voor de gevangenis van Haren (dossiers W14/2014 + W131/2015) op basis van de interne rechtspositie van de gedetineerde en de beroepsplichten van de architect

 

Brussel, 08/05/2015

 

 

Geachte heer Burgemeester Mayeur,


We tekenen bezwaar aan tegen de aanvraag stedenbouwkundige vergunning voor de gevangenis van Haren, aangevraagd door de tijdelijke handelsvennootschap Cafasso NV (Denys NV) met een ontwerp opgemaakt door het architectenkantoor BURO II, op basis van de volgende redenen:

 

Eerste Bezwaar
De nota van de ontwerper beschrijft ‘detentie als extreme vorm van sociale uitsluiting’. Wij lezen hierin een ongeoorloofd motief bij het ontwerp van de gevangenis in Haren. De gevangenis is geenszins een strafuitvoeringsapparaat die de gedetineerde buiten de sociale orde plaatst, maar integendeel zijn sociale inclusie beoogt – eerst onvrijwillig en later vrijwillig. De Basiswet 2005 stelt dat de gedetineerde weliswaar beperkt wordt in zijn bewegingsvrijheid, maar in principe alle overige burgerrechten behoudt.

 

Wij vragen u, waarde Burgemeester, het gunstig advies voor het ontwerp van de gevangenis in Haren uit te stellen om eerst de architect in staat te stellen haar rechtschapen positie te verduidelijken en zo uit te sluiten dat haar ontwerp schade berokkent aan de rechten van de latere gebruiker (de gedetineerde), de belangen van de opdrachtgever (Regie der Gebouwen) en het belang van de voltallige gemeenschap.

 

Tweede bezwaar
In dezelfde nota beschrijven de ontwerpers dat de sociale uitsluiting vervolgens tegengegaan wordt doordat ‘de voorwaarden en levensomstandigheden binnen het detentiecentrum refereren aan vormen van samenleven in vrijheid.’ Ook hierin lezen wij een ongeoorloofd motief bij het ontwerp van de gevangenis in Haren. De ruimte van de gevangenis behoort geenszins de gedetineerde te vervreemden in een imitatie van het normale maatschappelijke functioneren als wel de gedetineerde te introduceren in een penitentiaire ruimte die een volwaardig verlengstuk vormt van het maatschappelijk weefsel. Andermaal beroepen wij ons hiertoe op de Basiswet 2005.


Wij vragen u, waarde Burgemeester, het gunstig advies voor het ontwerp van de gevangenis in Haren uit te stellen om eerst de architect in staat te stellen haar rechtschapen positie te verduidelijken en zo uit te sluiten dat haar ontwerp schade berokkent aan de rechten van de latere gebruiker (de gedetineerde), de belangen van de opdrachtgever (Regie der Gebouwen) en het belang van de voltallige gemeenschap.

 

Derde bezwaar
De participatie van de architect binnen het consortium Cafasso NV is een inbreuk op de Wet 1939, artikel 6, dewelke ondubbelzinnig de onverenigbaarheid van het architectenberoep met dat van de aannemer van openbare of private werken beschrijft.

 

Wij vragen u, waarde burgemeester, het gunstig advies voor het ontwerp van de gevangenis in Haren uit te stellen om zo de Orde van Architecten in staat te stellen het rechtsgeldig functioneren van de architect te verduidelijken ten aanzien van wettelijke verplichtingen en zo uit te sluiten dat het optreden van de architect schade berokkent aan de rechten van de latere gebruiker (de gedetineerde), de belangen van de opdrachtgever (Regie der Gebouwen) en het belang van de voltallige gemeenschap.


Vierde Bezwaar
Uit een interview met de CEO van BURO II, Rita Agneessens, blijkt dat zij in het ontwerp van de gevangenis van Haren afstand heeft gedaan van haar persoonlijke opvattingen over humane detentie ten voordele van de professionele belangen van het consortium waarbinnen het architectenburo opereert. Hierdoor ontstaat het vermoeden dat de architect onvermogend is te beantwoorden aan de beroepsplichten, beschreven in Wet 1985, om vooreerst ongeacht zijn statuut essentiële waarden veilig te stellen binnen het ontwerp van het levens- en werkmilieu van de mens (artikel 1) en vervolgens ook ongeacht zijn statuut de nodige onafhankelijkheid te hebben om het beroep uit te oefenen overeenkomstig de opdracht die van openbare orde is (artikel 4).

 

Wij vragen u, waarde Burgemeester, het gunstig advies voor het ontwerp van de gevangenis in Haren uit te stellen uit te stellen om zo de Orde van Architecten in staat te stellen het rechtsgeldig functioneren van de architect te verduidelijken ten aanzien van wettelijke verplichtingen en zo uit te sluiten dat haar ontwerp schade berokkent aan de rechten van de latere gebruiker (de gedetineerde), de belangen van de opdrachtgever (Regie der Gebouwen) en het belang van de voltallige gemeenschap.

 

Vijfde Bezwaar
In de visievorming bij de opmaak van het bestek werd, al reeds van in bijeenkomsten in het kabinet van voormalig Minister van Justitie Stefaan De Clerck, de architecturale kwaliteit gesplitst van leefkwaliteit in en beveiliging van de gevangenis. Wij lezen hierin een inbreuk tegen het principe van dat de architectuur eerbied betoont aan alle factoren die het levens- en werkmilieu beïnvloeden (Wet 1985, artikel 1) en ook het praktisch gegeven dat architectuur qua infrastructuur de onderbouw vormt van het leefklimaat en als zodanig hiermee onlosmakelijk verweven is.

 

Wij vragen u, waarde Burgemeester, het gunstig advies voor het ontwerp van de gevangenis in Haren uit te stellen om zo de adviserende partijen betrokken in de totstandkoming van het bestek voor de gevangenis van Haren, o.a. de Brusselse Bouwmeester, Vlaamse Bouwmeester en Architecture Workroom Brussels, uit te nodigen hun opvattingen van architectuur in het openbaar te verdedigen en zo uit te sluiten dat haar ontwerp schade berokkent aan de rechten van de latere gebruiker (de gedetineerde), de belangen van de opdrachtgever (Regie der Gebouwen) en het belang van de voltallige gemeenschap.

 

Zesde bezwaar
Alle vermoeden bestaat dat het ontwerp van de gevangenis van Haren gebeurde zonder informatie van de gedetineerde als gebruiker van de faciliteit. Hierin zien wij een tegenstrijdigheid met de geest van de Basiswet 2005 waarvan de auteur professor Lieven Dupont voor de bevoegde Kamercommissie Justitie een primaire verantwoordelijkheid eiste van alle professionele betrokkenen. Professor Dupont sprak de woorden: “Wil men mensen responsabiliseren dan moet men ze respecteren en betrekken bij de besluitvorming met betrekking tot de beslissingen die hen aanbelangen.”

 

Wij vragen u, waarde Burgemeester, het gunstig advies voor het ontwerp van de gevangenis in Haren uit te stellen om zo een groep gedetineerden uit te nodigen hun interpretatie en appreciatie van het ontwerp voor de gevangenis in Haren in het openbaar te verdedigen en zo uit te sluiten dat het ontwerp schade berokkent aan de rechten van de latere gebruiker (de gedetineerde), de belangen van de opdrachtgever (Regie der Gebouwen) en het belang van de voltallige gemeenschap.

 

 

De hierboven geformuleerde bezwaren doen geen uitspraak over de wenselijkheid al dan niet van capaciteitsuitbreiding in het gevangeniswezen. Hoewel wij ernstige principiële en praktische bezwaren hebben tegen de eenzijdige capaciteitsuitbreiding dewelke afbreuk doet aan de ambities gesteld van een humane vrijheidsberoving, bekrachtigd door de wet, en door de inzet van zovele politiek, academisch, professioneel en vrijwillig betrokkenen uitgewerkt in de concrete visievorming, beperken wij ons bezwaren tot de interne rechtspositie van de gedetineerde en de beroepsplichten van de architect.

 

Ook doet het bezwaar geen uitspraak over de impact van het grootschalige gevangeniscomplex op het omliggende milieu, de vermeende natuurwaarden in de noordelijke grensregio van het Brussels Gewest en het dorpse karakter van de woonbuurt Haren. Hoewel wij er van overtuigd zijn dat architecturale en ruimtelijke kwaliteit niet te bepalen is zonder ook de impact van het ontwerp op alle omgevingsfactoren in rekening te brengen en wij hiertoe begrip tonen naar bezwaren gemaakt door actiegroepen, beperken wij ons bezwaren tot de interne rechtspositie van de gedetineerde en de beroepsplichten van de architect.

 

Wij baseren onze bezwaren louter en alleen op de bijdrage van de architecturale en ruimtelijke kwaliteit binnen de ambitie van de Basiswet 2005 om de interne rechtspositie van de gedetineerde te vrijwaren en zo de kansen op de rehabilitatie van een gedetineerde na straftijd te verzekeren.

 

Geachte Burgemeester, wij rekenen erop dat U een positief gehoor geeft aan de bovengenoemde vragen tot opheldering en rechtstelling, niet alleen in het belang van het architectenberoep, maar in de eerste plaats in het belang van de gedetineerde en het algemeen belang. Wij vragen hierbij het genoegen om onze bezwaren te verduidelijken voor de overlegcommissie ingesteld rond het ontwerp van de gevangenis van Haren. Gelieve mij op de hoogte te brengen van datum en aanvangstijd van de commissievergadering.

 

Met de meeste hoogachting,

 

 

Gideon Boie

 

 

BAVO