II. Koolhaas/OMA - Ontwerp

Koolhaas' ontwerp voor de Koepelgevangenis van Arnhem omarmt de verschillende culturele lagen en aanpassingen die het gebouw en het systeem van controle en discipline doorheen de tijd herdefiniëren. De monumentale koepel, die vandaag de dag niet anders gezien kan worden dan verspilling, biedt ruimte voor revisie, voor een hedendaagse interpretatie en een programmatische ideologische verandering zonder daarbij het oude gebouw te vernietigen.

Ontwerp

 

Koolhaas' ontwerp voor de Koepelgevangenis van Arnhem omarmt de verschillende culturele lagen en aanpassingen die het gebouw en het systeem van controle en discipline doorheen de tijd herdefiniëren. De monumentale koepel, die vandaag de dag niet anders gezien kan worden dan verspilling, biedt ruimte voor revisie, voor een hedendaagse interpretatie en een programmatische ideologische verandering zonder daarbij het oude gebouw te vernietigen.

 

Koolhaas stelt voor het voormalige centrum van de koepel te ontmantelen en het spontaan ontstane decentrale controlesysteem te accepteren door faciliteiten toe te voegen die aan de deterministische configuratie van de bestaande architectuur ontsnappen. Er moeten ruimtes gecreëerd worden voor collectief gebruik die een einde maken aan eenzame opsluiting en ruimte bieden aan toekomstige programma’s.

 

Koolhaas wil dit bereiken door het oude en nieuwe gebouw van elkaar te ontkoppelen. Het nieuw te bouwen deel bestaat uit twee verzonken straten die elkaar in de koepel kruisen en buiten de koepel verder lopen door het gevangenisterrein. In de straten worden faciliteiten aangebracht die in de gevangenis afwezig waren: ruimtes voor sport, cultuur, religie etc. De straten vormen als het ware een sokkel waarop het reliek van de koepel wordt gedragen. De sokkel ondermijnt de vroegere functie van het panopticon door de locatie van het alziende oog te laten verzinken en zodoende op te heffen.

 

De verzonken straten bieden nieuwe wegen naar buiten en leiden naar het bezoekerscentrum (zuid), de keukens, medische afdelingen en een gescheiden paviljoen voor moeilijke gevangenen (noord) en vier werkplaatsen, een sportcentrum, zwembad en zalen voor film, drama en religie (west). De koepel is nog slechts bestemt voor de functie van ‘wonen’. In twee satelliet bouwdelen worden de functies die met het ‘wonen’ gepaard gaan gesitueerd: woonkamers, eetzalen, badkamers, etc. De 50 cellen per ring in de koepel maken het mogelijk +/- 24 gevangenen te koppelen aan de satelliet bouwdelen. Gevangenen kunnen deel uitmaken van verschillende groepen, onafhankelijk van hun ring en cel, in een flexibel gevangenis regime.

 

De interventie van Koolhaas representeert, zoals hij het zelf zegt, een nieuw toegevoegde culturele laag die niet definitief probeert te zijn. Het is de ontmanteling van het verleden: het voormalige centrum wordt doorkruist, rustend op een podium van moderniteit dat alleen nog zorg draagt voor een humanisering van de omstandigheden waarin gevangenen moeten leven.

 



Volledig artikel