II. Gevangenissen in België

Typologie, context en bouwjaar

 

Twee/derde (24/37) van de gevangenissen werd volgens het negentiende-eeuwse Ducpétiaux-model gebouwd! Officieel bestaat er een onderscheid tussen arresthuizen (gevangenissen voor personen die nog niet veroordeeld zijn en in voorlopige hechtenis zitten) en strafhuizen (gevangenissen voor de veroordeelden), maar door de overbevolking verblijven er in de meeste gevangenissen zowel veroordeelden als personen in voorlopige hechtenis. Van de 37 gevangenissen behoren er slechts 5 tot de zogenaamde ‘open instellingen’. 9 gevangenissen beschikken over een psychiatrische afdeling en 3 gevangenissen zijn ingericht voor jeugdige gedetineerden. De gevangenis van Aarlen huisvest een groot aantal vreemdelingen niet over een legale verblijfsvergunning beschikken. 21 gevangenissen liggen aan een secundaire verkeersader, 16 aan een primaire verkeersader. Opvallend is dat de nieuwste gevangenissen allen aan een primaire verkeersader liggen.

 

De kaart toont een duidelijke tweedeling tussen stedelijke en landelijke gevangenissen. De gevangenissen in stedelijke context werden bijna allemaal in de negentiende eeuw gebouwd, de gevangenissen in landelijke context in de twintigste eeuw (de voormalige landloperskoloniën vormen tezamen met de gevangenissen van Marneffe en Everberg die beide in negentiende-eeuwse gebouwen werden ingericht een uitzondering).