I. Atelier Reigersvliet: Gevangenis van de nabijheid

Het voormalige militair domein Reigersvliet in Leopoldsburg is aangeduid als locatie voor de eerstvolgende nieuwe gevangenis. De nabijheid van de bouwlocatie tot het stedelijke weefsel is goed nieuws voor buurtbewoners én gedetineerden. Vele scenario’s zijn denkbaar. Hopelijk vormen overheid en actiecomités geen vreemde bedgenoten die samen een humane gevangenisarchitectuur tegenwerken.

 

Gideon Boie en Fie Vandamme deden in opdracht van Architectuurwijzer onderzoek naar de ruimtelijke mogelijkheden van Reigersvliet voor een nieuwe humane gevangenis. Het onderzoek werd gepubliceerd in Ruimteregie in Limburg, 2014 (zie pdf)

Mentale muur
Het is een constante bij de aankondiging van elke nieuwe gevangenis: in geen tijd organiseren buurtcomités zich en werpen allerlei zinnige en onzinnige obstakels op. De publieke opinie wordt bezet met stemmingmakerij ter voorbereiding van een procedureslag – tot wanhoop van de beslissingsnemers. De bouw van de nieuwe gevangenissen van Beveren, vooral Dendermonde en nu ook Haren loopt hierdoor grote vertraging én imagoschade op.De dwangmatige kritiek tegen nieuwe gevangenissen maakt elke hoop op innovatie in de gevangenisarchitectuur bij voorbaat ondenkbaar. Elke alternatieve visie op detentie botst quasi onmiddellijk op een mentale muur bij de bevoegde overheidsdiensten en politiek verantwoordelijken. Men weet heel goed wat de nieuwe visies op vlak van gevangenisarchitectuur zijn, maar niettemin is het antwoord kort: “de buurt zal het nooit
aanvaarden”. De angst voor vertraging regeert boven de durf om draagvlak voor vernieuwing op te bouwen.


Bouwen gebeurt sowieso
Het cynisme wil dat de nieuwe gevangenissen er vroeg of laat toch staan – om welke reden dan ook. De politieke tijdsdruk op capaciteitsuitbreiding is een grote drijfveer om NIMBY’s te negeren. De nieuwe gevangenis van Beveren moest willens nillens de deuren openen vóór de verkiezingen. Intern circuleerde de boodschap dat slecht nieuws uit den boze is uit angst voor mediaheisa. De druk van de projectontwikkelaars om tot werken over te gaan is ook niet te onderschatten. In de wandelgangen wordt al lang gefluisterd dat de bouw van de nieuwe gevangenis in Dendermonde vroeg of laat gewoon van start gaat.

 

Het doordrijven van de bouwplannen kent een hoge prijs als we zien dat de innovatiewijzer in de gevangenisarchitectuur al jaren op 0 staat. De nieuwe gevangenissen brengen alle verschillende types delinquentie terug samen op industriezones ver buiten de stad en bedolven onder veiligheidsmaatregelen. Maar het ‘verdrongene keert terug’ in de vorm van onrustwekkende mediaberichten over zelfmoord in de vrouwenafdeling van nieuw Hasselt, een open brief omtrent willekeur in het regime van Beveren en een euthanasieaanvraag door een geïnterneerde die al 30 jaar zonder gepaste zorg verblijft in de gevangenis.

 

Geen tijd te verliezen
Zal de geschiedenis zich herhalen in Leopoldsburg? De inzet in post-Ford Limburg is nog vele malen hoger dan in het
gemoedelijke Beveren, Dendermonde en Haren. De nieuwe gevangenis in Leopoldsburg is ingeschreven in het SALK- uitvoeringsplan als een quick-win op vlak van tewerkstelling. 300 gedetineerden schept niet minder dan 500 nieuwe arbeidsplaatsen met daar bovenop extra jobs in toeleveringsbedrijven en flankerende activiteiten. Vertraging is in Leopoldsburg simpelweg geen optie.

 

Een vaak genoemd voordeel is dat in Leopoldsburg de grond reeds in handen ligt van de federale overheid (Defensie). Maar de militaire domeinen moeten hoe dan ook een bestemming krijgen – en kritiek loert dus om de hoek. De gebruikelijke goed nieuws show kan kritiek tijdelijk de kop indrukken, maar zal procedures in de toekomst niet voorkomen. In Haren wordt de kritiek afgekocht met kleine compensaties (speeltuin, bushalte, …) maar voorlopig zonder succes.

 

Veel verstandiger lijkt het om structureel draagvlak te creëren voor de noodzakelijke vernieuwing van de gevangenisarchitectuur. Hierbij is het zaak om de oppositie van ‘iedereen tegen de gedetineerden’ – wat zich ruimtelijk vertaalt in ‘stad tegen gevangenis’ - van tafel te werken. Is het echt zo moeilijk om een humaan alternatief gevangenismodel te bedenken dat ten goede komt van zowel buurtbewoners, personeel als gedetineerden én ook nog eens politiek te verkopen valt? En is het echt zo moeilijk om hierover een open debat aan te gaan?


Gedeelde belangen
Belangrijk is dat niet enkel buurtbewoners gekant zijn tegen een grootschalig complex in de achtertuin… We mogen niet vergeten dat de grootschaligheid evengoed een veelgehoorde kritiek is onder personeel, bij gedetineerden en zelfs binnen overheidsdiensten! Het personeel klaagt over een moeilijk beheersbare complexen, weinig variatie in dienstroosters en onpersoonlijke onderlinge relaties. De gedetineerden klagen over het uniforme regime waarin iedereen onderworpen wordt aan de veiligheidsmaatregels voor zwaargestraften. De overheidsdiensten klagen over het in contact
brengen van diverse groepen delinquenten met
dramatische gevolgen voor recidivisme.

 

Op dezelfde manier is ook de verstoring door de gevangenis van de pastorale suburbane woonidylle niet enkel nadelig voor buurtbewoners… De verwijdering van de gevangenis uit de stadscentra is net zo min een goede zaak voor de gedetineerden, wiens bezoek en uitgangsmogelijkheden gefrustreerd worden door lange reistijden. Het personeel klaagt op haar beurt over de toename in het woonwerkverkeer. Dit terwijl de advocatuur vreest voor een verstoring van de rechtsgang door de mogelijke fileproblemen op weg naar het Justitiepaleis.


En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Het is niet zo dat gedetineerden in verlof of voorwaardelijke invrijheidstelling per definitie een loslopend gevaar betekenen voor de maatschappij. Ook veel gedetineerden smeken om begeleiding bij hun vrijlating - soms om zichzelf te beschermen en even vaak omdat ze op onzichtbare muren botsen in de zoektocht naar arbeid, woonst, opleiding of vriendschap.

 

Gevangenis als buur
Weinig is nog geweten over de gevangenis in Reigersvliet, maar toch is het geen moment te vroeg dat alle betrokkenen samen rond
de tafel gaan om de wederzijdse noden en verlangens af te stemmen in functie van de projectdefinitie. Zo buigen de lokale en provinciale overheden zich vandaag over de vraag hoe het vervoer van personen en goederen naar de gevangenis het leven in Leopoldsburg niet zal verstoren. Ook de milieueffecten worden berekend. De hoop is dat een zuidoostelijke toegangsroute naar de gevangenis op lange termijn een oplossing biedt voor de verkeersdoorstroming die vandaag dwars doorheen het stadscentrum loopt. De gevangenis vormt zo de hefboom voor de reconversie van het voormalige militair domein (met plaats voor wonen, werken en recreatie) én een totale stadsontwikkeling van Leopoldsburg.


We mogen echter niet enkel denken over de vraag hoe de stadsontwikkeling in Leopoldsburg kan profiteren van de nieuwe gevangenis. De logica moeten we ook durven omkeren: hoe kan de nieuwe gevangenis profiteren van Leopoldsburg?! De nabijheid van stad en gevangenis is een grote troef vanuit een penitentiair perspectief. Reigersvliet biedt de unieke mogelijkheid om – voor zover het individueel detentieplan dit toelaat - de gedetineerde toegang te geven tot o.a. opleiding, werk, sportbeoefening en godsdienstbeleving buiten de gevangenis. De gedetineerde kan zo gecontroleerd deelnemen aan de samenleving en zich voorbereiden op een eventuele resocialisatie.

 

Veilig en dichtbij
Leopoldsburg kan de denkfout van het zogenaamde gevangenisdorp Haren goed maken. De ambitie om een gevangenisdorp uit te bouwen werd in het ontwerp van Buro II op een surrealistische manier gecombineerd met de aloude logica van het totaalinstituut. Het gevangenisdorp van Haren gooit alle soorten van delinquentie samen op één ommuurd domein. Het complex vormt op die manier een dorp naast het bestaande dorp Haren - zonder noemenswaardige interactie behalve zichtlijnen. Sowieso ligt Haren op grote afstand van Evere, de dichtstbijzijnde woonkern van Brussel.


De nabijheid van het domein Reigersvliet binnen het stedelijke weefsel van Leopoldsburg vormt een unieke uitdaging om te komen tot een duurzaam penitentiair stadsproject. Noem het een ‘gevangenisdorp’ als je dat wil. Het belangrijkste is dat de gevangenis niet langer alle maatschappelijke voorzieningen in het klein moet nabootsen binnen haar muren. De vraag is welke aanwezige voorzieningen in Leopoldsburg (sportterrein, kerk, werkplaats…) gemakkelijk toegankelijk zijn vanuit de gevangenis. In omgekeerde richting wordt de gevangenisinfrastructuur opgevat als een aanvulling op ontbrekende voorzieningen in Leopoldsburg (bioscoop, theaterzaal,
opleidingscentra, …)


De nabijheid van het domein Reigersvliet binnen het stedelijke weefsel van Leopoldsburg vormt een unieke uitdaging om te komen tot een duurzaam penitentiair stadsproject. Noem het een ‘gevangenisdorp’ als je wil. Het belangrijkste is dat de gevangenis niet langer alle maatschappelijke voorzieningen in het klein moet nabootsen binnen haar muren. De vraag is welke aanwezige voorzieningen in Leopoldsburg (sportterrein, kerk, werkplaats,
bioscoop, …) gemakkelijk toegankelijk zijn vanuit de gevangenis. In omgekeerde richting wordt de gevangenisinfrastructuur opgevat als een aanvulling op ontbrekende voorzieningen in Leopoldsburg (bioscoop, theaterzaal, opleidingscentra, …).

 

Tot slot
Het maatschappelijk draagvlak voor een gevangenisarchitectuur van de nabijheid is onzeker en onstabiel, maar het protest in Beveren, Dendermonde en Haren toont dat het draagvlak voor grootschalige, afgezonderde en zwaar beveiligde complexen even moeilijk ligt. Bovendien kan het juridische draagvlak voor een resocialisatie van de gevangenis niet blijvend genegeerd worden. Behalve differentiatie is nabijheid een vereiste voor een humane gevangenisarchitectuur. De Basiswet (2005) beschrijft hoe de reintegratie op het eind van de straftijd een nobele ambitie blijft als de gedetineerde eerst losgeknipt wordt van alle sociale verbanden.

 

 

 

 



Volledig artikel