't Stad is ook van de gevangenen

De Belgische gevangenissen worden -eindelijk- gemoderniseerd.
Onlangs raakte bekend dat het nieuwe arresthuis van Antwerpen
in Wilrijk zal worden gebouwd. Hoog tijd dus om lessen te trekken uit het (intussen afgeronde) ontwerpproces voor de gevangenissen in Beveren en Dendermonde. Want ondanks het uitgepuurde architectuurontwerp van Stéphane Beel zullen die gevangenissen al bij hun oplevering achterhaald zijn.

Vorm zonder inhoud

 

Architecturale en ruimtelijke kwaliteit is ook voor gevangenissen belangrijk. Voormalig minister van justitie Stefaan De Clerck was
zich daar goed van bewust. Hij lanceerde zelf een heus offensief om die visie uit te dragen. Colloquia en werkgroepen wekten hoge
verwachtingen. In de openbare aanbestedingsprocedure voor de zogenaamde 4G's - een publiek-private samenwerking (DBFM) voor de bouw van gevangenissen in Beveren, Dendermonde, Leuze-en-Hainaut en Marche-en-Famenne - golden ook de architecturale en ruimtelijke kwaliteit als beoordelingscriteria (voor 20 punten op 100). Maar er kwam ook felle kritiek. Peter Vermeulen (Ruimte nr.4, januari 2010) miste vooral een doordachte visie op humane detentie. Hij voorspelde dat met de inbreng van architecten met naam en faam het niet zou volstaan om de gevangenisarchitectuur fundamenteel te vernieuwen.

 

De bouw van de gevangenissen in Beveren en Dendermonde door de Nederlandse projectontwikkelaar BAM-PPP lijkt de voorspelling van Vermeulen te bevestigen. Er is ongetwijfeld gestreefd naar kwaliteitsvolle architectuur en de hand van Stéphane Beel is zeker heel herkenbaar, maar dat betekent nog niet dat er ook sprake is van inhoudelijke vernieuwing. Van acturalisering van de stafuitvoering is in het ontwerp geen sprake. De visie van de negentiende-eeuwse gevangenishervormer Edouard Ducpétiaux wordt nog altijd onverminderd gevolgd en de Basiswet wordt grotendeels genegeerd. Alles wijst erop dat het leven in de gevangenissen van Beveren en Dendermonde weinig zal verschillen van het gevangenisregime in voorbije tijden.


De cel blijft het belangrijkste element en het is nog altijd perfect
mogelijk daar meerdere personen onder te brengen. Alle ruimte
buiten de cel blijft ontworpen vanuit een vorm van bevieligingsparanoia - niet vanuit een positieve visie op wonen, werken, ontspanning of resocialisatie. En opnieuw wordt gekozen voor een type-ontwerp dat met wat passen en meten op verschillende locaties kan worden gereproduceerd.

 

[...]

 

Voor de brochure met de volledige studie, zie pdf

 

 



Volledig artikel